Vandaag mag ik als eerste Gerke de Boer’s nieuwste boek in ontvangst nemen: “Zwaargewond”, een pleidooi voor de verzorgende als de basis voor goede dementiezorg.
Wat is het toch heerlijk om een boek te schrijven. Al op de eerste bladzijden, de eerste regels, druipt het plezier van de schrijver om dit boeiende onderwerp in al zijn kleuren te mogen beschrijven er van af. Ik heb het dus als eerste mogen lezen, en beschouw dat als een hele eer.
Ik zie mijzelf als een – wat in mijn vakgebied genoemd wordt – armchair anthropologist – een quasi deskundige die nooit in Africa is geweest maar er wel alles van af weet. Gerke daarentegen is gepokt en gemazeld in het vak. “ik ben verpleegkundige” meldt hij bij herhaling met trots. Op Voskuilachtige wijze beschrijft hij voor ons – leken – de alledaagse werkelijkheid van de planeet Verpleeghuis.
Gerke’s hart ligt bij de verzorgende, zijn ziel bij het schrijverschap en zijn hoofd bij hemzelf. Laten we beginnen met het eerste.
Het boek is, zo zegt hij zelf, geschreven voor verzorgenden. Niet dat verzorgenden het primaire lezerspubliek vormen, maar omdat hij een vurig pleidooi houdt voor het belang van de verzorgende, boven alle andere belangen uit. Dat heeft alles te maken met het grote doel, waar wij allemaal aan werken: de transitie van het traditionele verpleeghuis maar een nieuwe vorm, waar het leven en het wonen van de dementerenden centraal staat. Het middel om dit te bereiken is rigoureus veranderen. De opwaardering van de verzorgende in ons zorgsysteem is het allerbelangrijkst, willen we dit doel bereiken. Afscheid nemen van bestaande machtsverhoudingen, en de bewoner, diens familie en de verzorgende tot middelpunt van het systeem maken – hartgrondig mee eens; waarom dit makkelijker gezegd is dan gedaan, daar biedt het boek ons menige analyse voor. Eén analyse is de fopspeen die kleinschalig wonen heet. kleinschalig wonen is uitstekend, begrijp me niet verkeerd, maar de al te letterlijke en onnadenkene implementatie van dit concept verandert uiteindelijk niets aan de kwaliteit van de zorg. Veel beter is het om het werk van de verzorgende de waardering te geven die het verdient, en de relatie verzorgende – clienten als de essentie waar alles om draait. De verzorgenden zijn de helden van onze zorg.
Zelf heb ik me het afgelopen jaar bezig mogen houden met de VPG campagne “de kracht van het persoonlijke“, die hetzelfde thema draagt: de persoonlijke kracht persoon van de verzorgende maakt of breekt het doel dat we willen bereiken, namelijk een prettig mogelijk leven voor onze cliënten en hun familie. Natuurlijk mét uitmuntende medische zorg omgeven.
Dan Gerke’s schrijverschap. Die is onnavolgbaar, boeiend van begin tot eind, veel praktijkvoorbeelden, en humor. Hij drijft de spot met zichzelf en met de lezer. “De ware mafkezen schrijven een boek, dat anderen … och zo deskundigen … vervolgens kunnen becommentariëren”. De meeste zinnen combineren een element van zowel ernst als ironie, en de arme lezer moet dit maar zien te duiden. Precies zo. “Het absurdisme van een visie”, om een letterlijk voorbeeld te noemen. Spot, ironie en satire zijnde geliefde stijlfiguren van Gerke en de eindeloze variatie die hij daarin weet aan te brengen is bewonderenswaardig. Daarmee bereikt hij dat hij lekker recht voor zijn raap mag schrijven, en dat wij als lezers daar uiteindelijk vrede mee hebben. Ik gaf mijzelf pas halverwege het boek gewonnen. U bent dus gewaarschuwd.
Tot slot Gerke zelf, verpleegkundige in hart en nieren, maar ook didact van geboorte. In de laatste hoofdstukken van het boek geeft hij de geheimen prijs die van iemand een goed trainer maken. en voor niets krijgt u de kern van het vak aangereikt. Er is wel een mits: je moet ervaringsdeskundige zijn.
Waarom moet u dit boek lezen? Gewoon omdat het een leuk en goed geschreven boek is. Belangrijker is de unieke blik die het boek u geeft in de wereld van het verpleeghuis. En nog belangrijker zijn de argumenten én de wegen die u aangereikt krijgt om het traditionele verpleeghuis te transformeren. Maar ook een waarschuwing: u wordt als lezer flink in uw hemd gezet, daar moet u wel tegen kunnen! Humeurige types zullen daar wat meer moeite mee hebben. Alle zelfspot van Gerke is daarbij een schamele genoegdoening. Maar Gerke’s hart ligt bij de verzorgende, en dat is volkomen terecht, en daar gaat het om, en dat maakt alles goed. Zonder verzorgenden geen zorg, zonder gerst geen bier.