Voorspeld wordt dat door de toename van het aantal ouderen ook een grotere vraag zal ontstaan naar seniorenwoningen. Deze voorspelling komt tot nog toe niet uit: ondanks de sterke vergrijzing de afgelopen decennia is de belangstelling voor specifieke seniorenwoningen afgenomen.
Welke oorzaken liggen ten grondslag aan deze afnemende belangstelling? Zitten de prognoses er naast? Maken wij misschien denkfouten?
In een artikel voor het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg betoog ik dat de voorspellingen er naast zitten omdat we een verkeerd beeld hebben van senioren. De veronderstelling is dat veel senioren wel willen verhuizen omdat hun huidige woning niet meer voldoet en omdat zij problemen met hun gezondheid krijgen. Echter, deze groep is waarschijnlijk vrij klein, veel kleiner dan algemeen wordt aangenomen. De overgrote groep senioren beweegt zich op de woningmarkt zoals ook niet-senioren dat doen. Misschien is het niet zinvol om speciaal voor deze groep senioren een apart woningsegment te hebben, zoals nu het geval is. Allerlei specifieke uitzonderingen en bepalingen gericht op ouderen binnen de wet- en regelgeving werken misschien zelfs contraproductief, dus niet in het belang van de ouderen zelf.
Gemeenten die woonvisies opstellen en prestatieafspraken maken over ouderenhuisvesting en over wonen met zorg, willen zich baseren op reële uitgangspunten.
Hoewel het te vroeg is om harde conclusies te trekken, is het wel van belang de discussie hierover te voeren. In genoemd artikel voor het Kenniscentrum breng ik een aantal discussiepunten in. Het door het Kenniscentrum gepubliceerde artikel is een samenvatting van een langer artikel. Dit langere artikel is hieronder toegevoegd.